50 jaar Polo – Corly’s Polo showstopper
- Gepubliceerd in Volkswagen
Al vijftig jaar bewijst de Volkswagen Polo dat compact en karaktervol prima samengaan. Van je eerste auto tot liefhebbersobject, van zuinig stadsmaatje tot onverwacht sportief – de Polo heeft vele kanten. Je ziet hem in elke straat, op elke oprit en in iedere parkeergarage. In deze serie zetten we de jarige Polo in de spotlights, met ditmaal een hoofdrol voor Corly van Kasteren uit Veghel. Zijn Polo Open Air uit 1999 is allang geen standaard hatchback meer, maar een unieke blikvanger.
Corly van Kasteren (42) uit Veghel heeft zijn Polo al ruim twintig jaar. Hij kocht in 2003 een zwarte Polo Open Air uit 1999, met 1,6-motor, roldak en 14 inch lichtmetalen velgjes. Wat toen begon als een keurige occasion, groeide uit tot misschien wel de meest bijzondere – en waarschijnlijk duurste – Polo van Nederland. "Hij was netjes, maar ik wilde er iets eigens van maken", verklaart Corly. Dat is hem gelukt.
De Polo was niet zijn eerste keus. "Ik wilde eigenlijk een Golf IV, maar die waren toen nog te duur", vertelt hij. "Bij een Škoda-dealer stond deze in de showroom. Een Polo, dacht ik, dat wordt niks met mijn lengte van ruim twee meter. Maar ik ging zitten en het voelde meteen goed – ruim, degelijk, gewoon een fijne auto." Het bleek één van de laatste exemplaren van de Polo 6N, kort voor de introductie van de 6N2. Bij de Open Air-uitvoering hoorde een stoffen roldak dat zich bijna over het hele dak liet openen. "Dat dak zag er leuk uit; anders dan anders."
Wat begon als een keurige hatchback in Black Magic Pearl Effect groeide uit tot een auto die tijdens shows vaker wordt gefotografeerd dan Scarlett Johansson op een catwalk. Eerst kwamen er kleine aanpassingen – een verlagingssetje, een aangepaste grille – maar al snel ging het serieuzer. Corly haalde de Polo rond 2010 volledig uit elkaar om hem opnieuw op te bouwen. Achter werd de carrosserie drie centimeter per kant verbreed, volledig in metaal. "Geen polyester troep, dat moest gewoon goed zijn." De bumpers en roosters werden strakgetrokken, de achterklep ontdaan van handgreep en logo's, en het kenteken verhuisde van de klep naar de bumper. Alles in de geest van de clean look-trend: die typische stijl waarbij overbodige lijnen en naden verdwijnen tot een perfect strak silhouet.
Meerdere gezichten
Door de jaren heen kreeg de auto meerdere gezichten. Eerst bleef hij zwart, later experimenteerde Corly met een combinatie van zwart, zilver en rood. "Ik wilde steeds iets nieuws proberen", legt hij uit. "Je groeit mee met je auto. Wat eerst stoer lijkt, kan een paar jaar later ineens anders voelen." De echte metamorfose kwam toen hij de Polo volledig liet overspuiten in BMW's Sakhir Orange metallic. "Ik heb iets met oranje", vertelt Corly. "In de zon gloeit hij, in de schaduw oogt hij rustig. Op foto's leg je dat moeilijk vast."
Upgrade
Ook technisch kreeg de Polo een metamorfose. Zo monteerde Corly luchtvering – iets wat al langer op zijn verlanglijst stond. "Eerder kon ik 'm niet zo laag zetten als ik wilde", licht hij die keuze toe. "Door de verbrede wielkasten zakt hij nu precies tot de rand van de wielkast. Het was even puzzelen met de maatvoering, maar nu klopt het precies." Eerst stond de Polo op cookie cutter-velgen van een Porsche 911, maar sinds vorig jaar liggen er tweedelige 15 inch OZ Executive-velgen onder. De techniek kreeg ook een upgrade. De originele 1,6-motor met acht kleppen (75 pk) maakte plaats voor een 1.6 16V uit een Lupo GTI, goed voor 125 pk. "Die motor kwam ik tegen op Facebook. De bak zou kapot zijn, maar dat bleek niet zo. Dus erin gehangen, kabelboom aangepast en hij liep perfect."
Volkswagen loopt als een rode draad door Corly's leven. "Ik heb eigenlijk nooit iets anders gereden", zegt hij. "Mijn dagelijkse auto is een Caddy – lekker praktisch. En binnenkort haal ik een elektrische ID.3 Pro Business op die ik bij de Vriendenloterij heb gewonnen. Bizar hè? Helemaal zoals ik hem zelf zou samenstellen. Mijn ouders gaan er in rijden, dus hij blijft in de familie." Ook zijn broer deelt de liefde voor het merk: hij rijdt een Golf V GTI, uiteraard geen standaard exemplaar. "We helpen elkaar met sleutelen en ideeën. Dat maakt het extra leuk. Je blijft elkaar een beetje aansteken."
De duurste
Duizenden uren stak Corly van Kasteren in zijn bijzondere Polo. Duizenden euro's ook. "Ik durf het niet precies te zeggen: alles bij elkaar – de aanschaf van de auto, de ombouw, de lak, het interieur, de audio – zit ik rond de zestig-, zeventigduizend euro. Misschien is het daarmee wel de duurste Polo van Nederland." De Polo slijt het grootste deel van zijn leven in de garage van zijn ouders. "Alleen met mooi weer of naar een show neem ik 'm mee. Het is geen boodschappenauto. Er hoeft maar één onverlaat met een winkelwagentje langs te schampen en ik heb schade."
Steeds weer iets nieuws proberen, dat hoort erbij voor de Polo-enthousiast. "De motorruimte wil ik nog strak maken en echt op concoursniveau brengen. Ik wil ook nog eens mooi beklede Recaro sportstoelen. Helemaal klaar is mijn Polo nooit."
Het Opel Test Center is begonnen als een 2,6 km2 groot privéterrein met diverse testbanen met uiteenlopende typen wegdek. Het centrum ten zuidoosten van Frankfurt is in de afgelopen decennia meermaals gemoderniseerd en uitgebreid – tot in totaal 90 kilometer aan testfaciliteiten - en biedt alle mogelijkheden om in slechts 24 weken een levensduur van vijftien jaar/200.000 km te simuleren. Medewerkers van het Opel Test Center werken in drie ploegen, zeven dagen per week. De testrijders leggen elke dag gezamenlijk 40.000 kilometer af en verslijten zo’n vijfhonderd banden per maand.
Opel startte in 2013 met de grootste uitbreiding van het testcentrum ooit. De komende jaren worden extra testbanen gerealiseerd, evenals nieuwe testfaciliteiten voor autonome rijsystemen en toekomstige emissiemetingen. Het aantal werknemers in het ultramoderne Opel Test Center in Dudenhofen zal uiteindelijk toenemen tot zevenhonderd. Het jubileum wordt op 10 september gevierd met een open dag; liefhebbers en geïnteresseerden kunnen dan een exclusief kijkje achter de schermen krijgen. Opel verwacht zo’n 20.000 bezoekers
“De legendarische tweedeurs ŠKODA 1000 MBX vormt met zijn vrije vormgeving de kroon op het succes van de eerste Tsjechische auto die op grote schaal geproduceerd werd: de vierdeurs ŠKODA 1000 MB,” aldus Andrea Frydlová, hoofd van het ŠKODA Museum. “Daarmee is het model een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van ŠKODA. De productieaantallen in Mladá Boleslav namen gaandeweg de jaren ’60 aanzienlijk toe. Veel vooruitstrevende technologieën die in productie werden genomen, sloegen aan, waaronder de productie van onder hoge druk gegoten cilinderblokken, versnellingsbakhuizen en krukassen.”
De MBX was gebaseerd op het vierdeurs ŠKODA 1000 MB productiemodel, dat vertrouwde op een moderne monocoque carrosseriestructuur en een motor die achter de achteras was gemonteerd. ŠKODA bouwde begin jaren ‘60 voor de productie van de ŠKODA 1000 MB een compleet nieuwe fabriek in de directe nabijheid van de bestaande productiefaciliteit in Mladá Boleslav. De nieuwe fabriek bestond uit moderne faciliteiten met meer dan veertig productiehallen en diverse andere gebouwen op een oppervlakte van 80 hectare.
De historie van de tweedeurs MBX gaat terug naar 1960, toen de twee prototypen van de ŠKODA 990 Tudor werden gebouwd. De speciale carrosserie - met duidelijk naar binnen toe lopende C-stijlen die opgingen in de panoramische achterruit en de twee portieren met ramen zonder raamstijlen - werd ontworpen in de Kvasiny-fabriek. Het koetswerk behield de genereuze ruimte van de oorspronkelijke sedan, met een verbeterd (uit)zicht.
Niet alleen konden de bestuurder en voorpassagier hun portierramen omlaag draaien, ook de achterpassagiers hadden de mogelijkheid smalle ruitjes achterin te openen. Bovendien konden de driehoekige C-stijl ruitjes naar buiten worden geklapt voor extra ventilatie.
De ŠKODA 1000 MBX De Luxe werd op 10 maart 1966 op de Autosalon van Genève voor het eerst aan het publiek gepresenteerd. Het model verraste de bezoekers met zijn originele vormen. Het tweedeursmodel wekte door de grote glasoppervlakken de indruk geen B-stijl te hebben. Die B-stijl eindigde in het midden van de carrosserie onder de raamlijn, waarbij het smallere bovenste deel samen met de ramen naar beneden gedraaid kon worden. Op dat moment profiteerden de inzittenden van een fantastisch zicht naar buiten en een buitengewoon gevoel van ruimte.
De ŠKODA 1000 MB en de tweedeurs MBX vestigden nieuwe standaards dankzij de innovatieve motor en aandrijftechnologie. Op het gebied van motorenproductie was ŠKODA de eerste Europese fabrikant ooit die gegoten aluminium gebruikte voor de productie van het cilinderblok. Ook de viertraps versnellingsbak werd volgens datzelfde procedé geconstrueerd. Daarmee gaf ŠKODA een vervolg aan het proces dat in 1922 oorspronkelijk werd geïnitieerd door de Tsjechische engineer Josef Polák, met aanzienlijk kortere productietijden als belangrijkste voordeel.
De ŠKODA 1000 MBX werd aangedreven door een viercilinder benzinemotor met een inhoud van 988 cm3 en een vermogen van 38 kW/52 pk bij 5.000 tpm. Met een leeggewicht van 815 kg en een laadvermogen van 375 kg bereikte de auto een topsnelheid van 127 km/u. Het brandstofverbruik lag tussen 7,8 en 8,0 liter benzine op 100 km. Het model was standaard voorzien van twee Jikov carburateurs; een motor met een enkele carburateur werd slechts in een paar gevallen gemonteerd. De tijdsintensieve assemblage van de ŠKODA 1000 MBX, die vele manuren vergde, startte in oktober 1966 in het stand-alone deel van de Mladá Boleslav-fabriek, zodat de hoofdproductielijn geen vertraging opliep. De laatste twaalf MBX-modellen van de in totaal 1.403 exemplaren van de 1-liter-versie rolden begin 1968 van de productielijn.
In november 1967 werd het modelaanbod van het merk uitgebreid met de sportieve 1100 MBX De Luxe. Het motorvermogen bleef onaangetast bij een cilinderinhoud van 1.107 cm3, maar het voordeel was dat het koppel steeg van 75,5 naar 81,4 Newtonmeter. Andere verbeteringen waren een krachtigere oliepomp en een efficiëntere koeling. Van deze sterkere versie werden tot 1969 1.114 exemplaren gebouwd, waarmee het totale aantal tweedeurs MBX-versies uitkwam op 2.517.
Ondanks het relatief lage productievolume vergeleken met het 1000 MB serieproductiemodel (443.156 auto’s) gaf deze uitvoering de populariteit van het merk ŠKODA in tal van veeleisende buitenlandse markten een aanzienlijke ‘boost’. De legendarische Coupé ŠKODA 110 R (1970-1980) gaf een passend vervolg aan het succes van de aantrekkelijke tweedeurs MBX-versie, gevolgd door de Garde- en Rapid-modellen.



































